Fashion

Interview: 10 prangende vragen aan Claes Iversen

Als klein jongetje stond de droom van ontwerper worden ver weg. Maar nu is Claes Iversen een grote naam. “Ik doe precies wat ik wil en dat spreekt mensen aan. Dat is toch een cadeautje?” Sylvie Meis, Viktória de Bourbon de Parme en Renate Verbaan zijn nog maar een greep uit velen die iets van zijn hand droegen. Claes is hot en daarom wordt het hoogtijd om hem de hemd van het lijf te vragen. 
 
De ontwerper ontmoeten we in zijn atelier. In deze mooie lichte ruimte ontstaan zijn pareltjes van ontwerpen. Wij zijn erg nieuwsierig naar zijn dromen, ambities en grootse toekomstplannen. En daar komen we onder het genot van een lekker bakje Amsterdamse koffie achter.

 
Hoe gaat het met je?
“Het gaat heel goed. Ik ben altijd bezig. Het is nooit dat er helemaal niets te doen is. Op dit moment ben ik bezig met een aantal projecten waar ik nog niets over kan vertellen. Verder denk ik ook alweer aan een nieuw seizoen en natuurlijk zijn er ook altijd klantopdrachten. Het loopt allemaal een beetje door elkaar heen. Maar rondom de shows probeer ik het rustig te houden.”
 
Kun je eigenlijk je allereerste show nog herinneren?
“Op school moesten we aan het einde van elk jaar een presentatie geven. Dat was natuurlijk heel amateuristisch, maar dat hoort bij de academie. In mijn derde jaar deed ik mee aan een wedstrijd voor het blad BLVD. Toen heb ik met een kennis van mij, die make-up artiest is, de modellen uitgezocht. Dus dat was wel de eerste keer dat ik echt een show had.”
 
Vind je elke show nu nog steeds spannend?
“Ja, dat blijft het altijd. Het wordt elke keer professioneler. Daarom is het elke keer weer spannend of het loopt zoals ik me had voorgesteld. Ik sta tijdens de show achter de schermen en kijk via een monitor mee.”
 
Gaat er weleens iets mis?
“Tuurlijk. Het doel is natuurlijk om alles vlekkeloos te laten lopen, maar een show duurt ongeveer tien minuten en het is live. Dus het risico is er altijd. Je werkt met een enorm team van boven de honderd man. Dus je bent afhankelijk van heel erg veel mensen. Dan kan er iets misgaan en dat gebeurt ook weleens. Maar het valt vaak niemand op. Vroeger kon ik me aan een foutje ergeren, maar nu denk ik: Het hoort erbij. Je moet niet naar dat kleine dingetje kijken, maar naar het geheel.” 
 
Heb je voor jezelf eigenlijk een topstuk. Een echt kroonjuweel?
“Dat zijn ze eigenlijk allemaal. Ik zeg altijd dat het mijn kinderen zijn. Met elk kledingstuk heb je een relatie. Van de schets tot de uiteindelijke uitwerking. Het is zo’n lang proces. Met de ene worstel je heel erg veel en de ander pakt weer heel verrassend uit. Ik heb voor het eerst dit jaar ook kledingstukken een naam gegeven. Dat komt omdat ik tijdens het proces elk stuk een koosnaampje geef. Die namen zijn niet al te charmant.”

 
Heb je een voorbeeld?
“Ik maakte een keer een jurk met de kleuren rood en wit en dat kreeg de naam vlaggenjurk, omdat het de kleuren zijn van de Deense vlag. En ik heb ook een keer een jurk ergens anders laten borduren en bij terugkomst bleken de stenen niet de goede kleur te hebben. Toen ik de jurk zag, dacht ik: O, wat ziet dat eruit! En dat werd doen de sarijurk. Het is een soort grapje eigenlijk.” 
 
Wat is tot nu toe het grootste compliment dat je kreeg?
“Meerdere gelukkig. Elke keer dat een klant mij kiest om iets te laten maken is, voordat er iets gemaakt is, al een compliment. En dat zijn wel de belangrijkste. Ik maak namelijk precies wat ik wil en als iemand dat dan aanspreekt, is dat het grootste compliment. Dat is toch een cadeautje?”
 
Heb je zelf eigenlijk een favoriet merk?
“Ik ben niet iemand van één merk. Af en toe op reis vind ik het wel leuk om een keer iets duurs te kopen van een bepaalde designer. Maar ik ben zeker niet iemand die hele dure dingen koopt.”
 
Noem eens iets duurs?
Ik heb een trenchcoat van Burberry. Jassen zijn wel een beetje een tik van me. Ik ben zo iemand die vindt dat je elk seizoen minimaal één jas moet kopen, het liefst zelfs twee. Ik vind het leuk om elke keer een nieuwe te kopen. Als ik er dan eentje gekocht heb, verstop ik hem eerst een paar weken in de kast. Ik weet dat mijn vriend anders zegt: Heb je nu alweer een jas gekocht? Maar zo heel wild is mijn collectie niet, hoor. Ik denk dat ik er een stuk of twintig heb.” 
 
Heb je nog wensen voor de toekomst?
“Mijn doel is dat het bedrijf zal groeien en er een prêt-à-porter
lijn bijkomt, zodat er volume gedraaid kan worden. En dat deze lijn dan ook buiten Nederland verkocht zal worden. Wie weet uiteindelijk ook in Denemarken.”
 
Tekst: Martine Schut / Beeld: Glamour & Elle
Deel dit artikel
Back to top